Er is geen grotere fan van Woody Allen dan ik. Annie Hall heb ik zeker tien keer gezien, ongeveer elk jaar sinds 2002 (het jaar van ontdekking). Hannah and her sisters iets minder vaak, elke twee, gok ik. Bijna net zo vaak als Manhattan. Misschien overdrijf ik een beetje. Vooral omdat er steeds maar nieuw werk verschijnt, dat ik ook blijf herbekijken. Om het genot van Vicky Christina Barcelona bijvoorbeeld, vooral door Penelope Cruz, laat ik eerlijk zijn. Deconstructing Harry, waar hij zo heerlijk postmodern gaat. Zelfs Interiors bevalt me om de consequente ernst, die me aan A single man doet denken. Everyone Say I Love You, om de dansscène aan de Seine, met Goldie Hawn, en de gouden stem van Edward Norton natuurlijk.
Natuurlijk wilde ik ook de nieuwe zien, in de bioscoop nog wel. Het werd de Verkadefabriek in Den Bosch – een mooie kans om die locatie ook eens te inspecteren. De verbouwde productiehal viel niet tegen, lekker warmgestookt en vol met affiches voor theatershows. Dat maakt altijd een hippe indruk. Het was wel onhandig dat we onze prosecco niet mochten meenemen in de zaal. Die is toch lekkerder als je rustig sipt.
De film zou alles goed maken, toch? Een betoverende Emma Stone, ik kan niet anders zeggen. Lekker korte jurkjes en lange benen. Een hete milf in de persoon van Parker Posey. Woody’s smaak in vrouwen blijft uitstekend op dronk. Maar dan de hoofdpersoon: Joaquin Phoenix. Zo charmant als hij zich in Her liet inpakken door de stem van Scarlett Johansson, zo ongeïnspireerd lepelde hij hier de grote cliché’s uit de canon van de filosofie op. Jammer. Geen idee wat Emma in hem zag, hoe ze de hele tijd langs zijn al te middelbare lijf wist te kijken. Tsja. Was ze misschien gevallen voor de reputatie van dat gekwelde genie?
Het zou zomaar kunnen. Reputatie had mij in de auto gedreven voor een rit naar een bioscoop, terwijl ik de film ook best had kunnen downloaden. Dan had ik er rustig een wijntje bij gedronken. Wie weet, misschien had ik dan meer van genoten.