Waarom zou je vier jaar op rij kijken naar een verrotte wereld vol rondlopende bijtende doden – The Walking Dead? Voor de tijdelijk overlevenden hoef je het niet te doen: die gedragen zich vaak nog smeriger, nog verraderlijker dan die arme Walkers. Als ze eens liefde ervaren, dan gaat het stuk. Alle leiders ontsporen. Kinderen groeien veel te snel op – of helemaal niet – en dat is nog erger. Wanneer er eens een profeet opkomt voor medemenselijkheid, al hobbelt hij rond op krukken, de oude Hershel – een glansrol van Scott Wilson – dan eindigt hij ***Spoiler Alert*** zoals je het nooit hebt gezien.
Waarom kijkt een gevoelig mens dan toch, seizoen na seizoen, tot aan de laatste aflevering van het vierde seizoen? Waarom moet ik elke episode zo snel mogelijk downloaden (Thanks, The Pirate Bay!)?
Ik weet het precies. Het komt natuurlijk door de verhalen, de langzaam opgebouwde spanningslijnen, de in momenten van rust uitgesponnen backstories, waardoor je wel moet meeleven met ieder personage. De cast is er groot en divers genoeg voor. Een ex-politieagent met zijn opgroeiende zoontje, een zwarte vrouw met dreadlocks en samoeraizwaard, een criminele hillbilly met engelenvleugels op zijn rug – om maar de coolsten te noemen.
Maar vooral bevalt me dat het publiek met deze serie nu eens niet gepamperd wordt. De hoofdpersonen uit de cast kunnen dus wel sterven. Niemand is veilig, omdat het einde der tijden werkelijk is aangebroken. De hel op aarde. Zij die overleven zijn meer te beklagen dan de doden. Het is die hint van het nieuwe testament, met haar onmogelijke gebod van de liefde, met haar bloederige verlosser met de baard. Duivels uitdrijven. Je leven geven voor de ander. Een visuele Openbaring is het, die me raakt in het oudste deel van mijn brein, in die vettige lobben waar de zombies zo hardnekkig naar hongeren. Lekker huiveren. Me beter voelen door de ellende van anderen. Zo slecht heb ik het nog niet. Knap werk.