Na de vorige column dacht ik dat ik er wel klaar mee was, maar nee dus. Lady Corona. Als een nare ex bleef ze maar rondhangen in de buurt tot ze me ineens haar achteloze kus gaf. Niets om ernstig ziek van te worden, maar genoeg om mijn hele planning overhoop te gooien.
De zelftest was positief op maandag. Op dinsdag, de vijftiende maart, de dag van de gemeenteraadsverkiezingen, de PCR. Ook dat nog. Nu kon ik niet eens zelf gaan stemmen. Gelukkig kon ik mijn lief machtigen, zodat zij voor mij naar Villanova ging met mijn paspoort en stempas. Zo was ik alsnog een van de schamele 54,2% die zijn stem liet horen.
Daarna trok ik me terug op mijn kamer, de kelder die ik mijn schrijfhok noem, het souterrain, of ook mijn kuul in de kuul. Ik lag er te zweten op een luchtbed tegen de boekenkast aan. Goed verzorgd, maar eigenlijk toch te zwak om de straat op te gaan.
En ik dacht: ja, dit is nou democratie in actie. Elke stem telt. Want elk mens telt. Alleen zo houdt een maatschappij rekening met de belangen van iedereen, niet alleen met die van de sterken, de Poetins van de wereld. Daar dacht ik aan, ziek van corona. Schuilkelders, bommen, ik dacht ze haast te horen vallen. Maar wat kon ik doen? Stemmen en doorademen, dacht ik. Laat ik daar maar beginnen.
Na de isolatie bracht ik mijn oudste van zes naar bed. Helemaal uit zichzelf begon hij over Poetin en zei: Ik heb toch zo’n hekel aan die man. Hij is gewoon een dikke anus achter een bureautje.
Nog even dit
Dank je dat je de tijd hebt genomen om dit artikel te lezen. Wil je mijn werk ondersteunen, ga dan naar een boekhandel en koop een van mijn romans. Wil je meer doen? Deel dan dit artikel dan met je vrienden of volgers. Of vertel me jouw verhaal in een reactie of privé. Ik hoor het graag!