We hadden haast want we moesten het huis op orde krijgen voor een verbouwingstaxatie, en al was het dan zondag en al hadden we onze rust verdiend en nodig ook, vandaag moest er opgeruimd worden. Misschien wel geklust. Schimmelranden weggepoetst. Maar eerst dat ontbijtje in de rommelige woonkamer, met verplicht zachtgekookt eitje, verse jus, een lepel Nutella. Onze wekelijkse zondagsviering. Met koffie, twee koppen verse koffie uit het Nespresso-apparaat. Niet met de originele capsules, die zijn niet voorgeschreven.
Na het ontbijt volgde het bad, waarbij de tobbe lekker volliep en vermengd raakte met een groen-bruine substantie. Een product van mijn vrouw, veronderstelde ik, iets met dennen en eucalyptus. Rozenhout. Dat vond ze ontspannend. Mijn zoon nodigde me uit, kom jij hier zitten papa? De vraag stellen was hem beantwoorden. In plaats van een functionele douche zaten we ineens samen onder de olie, verenigd in dezelfde helende of minstens kalmerende substantie, tot ik zo dom was te vragen welk product ze precies in het water had gedaan. Had Rituals een nieuwe aanbieding? Ik herkende het niet meteen. Zij ook niet. Het kwam gewoon uit de kraan.
Nog weer later bracht ik mijn gelukswensen over aan mijn vader die jarig was geweest, aan mijn moeder die het zou worden. Geen mens ontstaat uit het niets, realiseerde ik me nog eens een keer toen ik ze een knuffel gaf. Er is altijd een concrete man, een concrete vrouw. Er ontstaat een uniek menselijk wezen. Sinds ik mezelf in die keten heb gevoegd, voel ik beter aan wat dit betekent. Geen erfzonde. Geen schuld. Dat is veel te gemakkelijk. Als er iets mis moet zijn met het doorgegeven leven, dan is het, dat het zo concreet is, zo onherroepelijk uniek. Zo kwetsbaar. Zo dierbaar dus ook. Achter het cliché van je geboorte schuilt de ontdekking dat je schatplichtig bent. Dat een knuffel wel op z’n plaats is, nu en dan.