Jozef en de lege stal – een kerstverhaal

Jozef en de kerststal

En ineens stond Jozef daar in zijn eentje. Voor de stal die de herbergier hem had aangewezen omdat er geen plaats was in het hoofdgebouw. Heel vreemd. Het voelde niet als buiten. Het was eigenlijk best warm hier, en het rook er naar dennen. Lekker fris, op zich.

Er stond een verloren schaap naast hem. Een paard of ezel, iets met vier benen en een paardenhoofd in ieder geval. De stal zelf was een open geval, meer geschikt om voor te staan dan in te slapen. Meer iets voor een foto-op dan voor comfort. En, ook zo vreemd, in de ramen zag hij een sterrenhemel, terwijl de zon toch duidelijk fel stond te schijnen.

Een engel was er ook al, maar geen vliegende. Deze stond alleen maar stil bovenop het dak van de stal. Af en toe barstte ze uit in gezang, zomaar. Jozef begreep niet wat er nu zo feestelijk was. Want hij stond daar alleen. Maria, zijn arme zwangere vrouw, had hij meer dan honderddertig kilometer door de Jordaanvallei heen geloodst. Eerst richting de Jordaan, de Westoever, toen naar Jericho, Jeruzalem en daarna eindelijk Bethlehem. Een dag of drie. Maria was een bikkel.

Jozef had vies en vermoeid en extatisch moeten zijn, maar hij was alleen maar alleen. Verlamd van angst en eenzaamheid stond hij daar, voor zijn facade van een stalletje. Maar hij hoorde ook iemand roepen:

Hé, Jezus is er niet meer bij. En Maria ook niet! Ze zijn verdwenen!

Dus het was geen illusie. De stal was leeg. Jozef was alleen. Maar hij stond er niet alleen voor, bevroren in zijn totale angst dat die hele tocht naar zijn vaderstad geen goed idee was. Bastaardzoon in touw. Gevallen vrouw. Het was ook veel om te verwerken, allemaal.

De stem bleek te behoren bij God, natuurlijk. Of bij diens Zoon misschien. In ieder geval gingen ze voor hem op de knieën om zijn vrouw te vinden. Keken onder de bank. Op andere plekken. En al duurde het langer dan Jozef had gehoopt, uiteindelijk vond God haar terug, samen met hun zoon in de kribbe. Ze bleken zich verstopt te hebben in een vel papier met plakband eromheen.

Grapje van de Zoon van God, dat hij zelf was vergeten.