In het Frans nog wel. Een beduimeld Livre de poche dat ik voor 3,35 heb gekocht op de zaterdagse boekenmarkt in Nijmegen, een jaartje of wat geleden. Waarom, eigenlijk? Als ik eerlijk ben: een deel nieuwsgierigheid, een deel ontzag, een flink deel zelfoverschatting. Het leeuwendeel zelfs: Ik kwam er maar niet doorheen. Zelfs niet met de hulp van de Larousse op mijn laptop, van het Dictionnaire de la langue française par LINTERN@UTE op mijn iPhone. Drie keer heb ik het maandenlang weggelegd, maar steeds weer keek Madame me verwijtend aan: lees me nou! Vergeet me niet! Ik ben heus de moeite waard!
Pas ruim over de helft, toen Emma Bovary’s affaire eindelijk op heet stoom kwam, ging ik haar ook geloven en viel ik voor haar verleiding. Heel geleidelijk, terwijl Flaubert het complete emotionele landschap schildert waar Emma zich in beweegt, tot in het fijnste detail, heel geleidelijk ging ik het zien. Alles zien. Flaubert schrijft met de zorgvuldigheid van HD-televisie. Hij neemt een flinke, soms wat trage aanloop, maar schrijft toch echt een moderne, fascinerende roman. Hij trekt je door de pagina’s naar een liefdesscène om warm van te worden. Een ondergang om van te huilen. Een einde als een klap in je maag.
‘Elle n’existait plus.’
In het boek trof ik een krantenartikel van de boekenbijlage van de NRC aan – 10-4-87 – met de droge constatering: ‘De geringe belangstelling in Nederland voor de Franse literatuur baart Frankrijk zorgen.’ 27 jaar geleden al! Zonde, ik heb er geen ander woord voor. Wat mist Nederland toch veel. Triest ook, omdat ik me ineens realiseer dat ik misschien wel de enige ben geweest dit jaar, die Flaubert heeft gelezen.