Biografie Stefan van Dierendonck

Dit is absoluut de meest gestelde vraag die ik krijg. Of de voormalige priester nog gelooft. Meestal zeg ik dan, dat ik nog steeds geloof in de liefde. En ja, dat klinkt vaag, maar het is best diep, als je goed nadenkt.

Soms denk ik dat ik het mij onnodig moeilijk maak met zo'n antwoord. Kan ik niet gewoon zeggen: nee, sorry. Mijn kinderen heb ik niet laten dopen, ik ga niet naar de kerk, ik biecht of bid niet meer. Kortom, ik ben geseculariseerd, net zoals de grote meerderheid van Nederland. En dat is nog waar ook.

Maar dat is niet het hele verhaal. Ik weet nog hoe het was om te geloven en als ik mijn ogen dicht doe, dan ben ik daar weer. Mijn tijd als gelovige maakt nog steeds deel uit van de persoon die ik nu ben, en ik weiger dat deel op te geven. Dus ja. Ik ben geen steek veranderd. Dus nee. Want alles is anders.

Nou ja, zoiets dus.

Omdat ik het niet laten kan. Omdat het zo lekker voelt (dit heb ik gestolen van Haruki Murakami). Omdat het nu eenmaal zo gebeurde: ik begon te schrijven, na een tijdje had ik een manuscript waar ook nog interesse voor was. Omdat ik het niet kan laten om een goede boodschap te verspreiden, of tenminste een boodschap. Of, nou ja, ik weet het ook niet. Romanschrijvers hebben over het algemeen weinig inzicht in hun drijfveren, en als ze het wel hebben, dan moet je vooral niet vertrouwen wat ze daarover opschrijven. Of wat denk je van dit antwoord: Alles is fictie. Waarom er dan geen roman van maken?

Weer zo'n vraag waar ik geen duidelijk antwoord op kan geven, maar dit keer niet omdat ik er gemengde gevoelens bij heb. Noem het gerust irritatie. Vooral op feestjes beginnen ze erover. Ja, je hebt een roman of twee geschreven, maar het levert zeker niets op, toch? En dan vragen ze naar aantallen, jaarcijfers, omzet, alles wat ik niet met schrijven associeer. En ik snap het wel. We leven in een neoliberale wereld waarin alles van waarde in geld wordt uitgedrukt. In euro's. Want de schoorsteen, de hypotheek, et cetera. Ik snap het prima, maar ik vraag ook niet wat ze elke maand op de loonstrook bijgeschreven krijgen, of wat hun huis heeft gekost. En als ik het vraag, dan weigeren ze te antwoorden. Gelukkig maar. Want anders moest ik ook met de cijfers komen.